Valther veenbrug

Printversie

 
 

Valther veenbrug

---------------------------------------------------------------------------------------------------------
Hendrik Klasens heeft gewerkt aan de Valther veenbrug.
Wegen door het veen. Voordat ze in vanaf het midden van de 16de eeuw werden afgegraven en ontgonnen, waren de uitgestrekte veengebieden in het noorden van het land nauwelijks toegankelijk.

De enigen die er zich waagden, waren jagers en lieden die op zoek waren naar moerasijzererts. Om door het verraderlijke veen te reizen, werden paden aangelegd van naast elkaar gelegde boomstammen. In de buurt van deze boomstamwegen zijn veenlijken gevonden, misschien offers. Door de chemische samenstelling van het veen zijn ze, hoewel sterk ingedroogd, goed bewaard gebleven.

Op de foto ziet men een gedeelte van een veenweg die in 1926 is gevonden bij Exloo.
Hij dateert uit de IJzertijd en is ongeveer 2.600 jaar oud

KlasensHendrik_veenbrug_1.jpg

 Hendrik Klasens, 1e persoon rechts vooraan.
Foto genomen in 1936

---------------------------------------------------------------------------------------------------------
Bron: Spitwark, maandblad van de Historische Vereniging Carspel Oderen. 

Geschreven door: Roelof Hoving

Veenwegen, een beter woord dan veenbruggen, zijn uniek voor Valthe. Ze kwamen ook voor in de andere veenstreken van Oost-Nederland, tussen Drenthe en Friesland en in Noordwest Duitsland.
Van alle houten wegen en voetpaden, die in de loop der tijden in het veen zijn aangetroffen, is in ons land zeker de Valtherbrug de meest bekende. De golf van belangstelling, die de ontdekking van deze houten weg heeft teweeggebracht, is treffend beschreven door Dr. L.J.F. Janssen (Drentsche Oudheden, Utrecht 1848): 'Nimmer werd er in ons vaderland eene oudheidkundige ontdekking gedaan die algemeener en grooter belangstelling opwekte, dan die van den houtweg of de brug in het jaar 1818 tusschen Valthe en Ter Apel onder het veen gevonden. De eenzame en lage plaats, en de diepte van plusminus 0,75 el waarop zij onder het veen ontdekt werd, de groote uitgestrektheid (meer dan twee uren gaans) waarop zij kon worden nagespoord, den eenvoudige samenstelling (uit gladgekapte en naast elkaar gevleide denneboompjes en uit planken), en de verbazende krachtsinspanning die daartoe moet zijn in het werk gesteld, verwerkten eene zeldzame beweging en weetgierigheid bij allen, die vatbaar waren voor belangstelling in de gedenkstukken der vaderlandsche oudheid'.

Onderzoek in het veen
Sinds het begin van de 19e eeuw is er veel over de Valtherveenbrug gepubliceerd, maar toch is er over de oorspronkelijke ligging van deze veenbrug, in het bijzonder aan de Drentse zijde, veel onduidelijkheid. Dit wordt mede veroorzaakt door het feit dat de oudere gegevens niet altijd nauwkeurig zijn te lokaliseren.
De Valther veenbrug is in 1818 voor het eerst wetenschappelijk onderzocht door de Hoofd-Ingenieur bij den Waterstaat en der Publieke Werken, J.W. Karsten. Het rapport over de brug is in zijn geheel afgedrukt in de Nieuwe Drentse Volksalmanak van 1958. Hij heeft een aantal putten gegraven, de soort weg beschreven, tekeningen ervan gemaakt en het verloop van de weg proberen te reconstrueren.
Het bleek bij onderzoek dat sommige delen van de weg gemaakt waren van planken en andere delen van boomstammen, rustend op onderleggers. Karsten was in staat de weg over 12 kilometer te volgen, namelijk vanaf een zandhoogte ten westen van Ter Haar (bij Ter Apel) tot aan Valthe.

KlasensHendrikVeenbrug_2.jpg

De door Karsten gepubliceerde kaart van het verloop van de Valtherbrug. (Uit: Nieuwe Drentse Volksalmanak 1958)

Wat is een veenbrug?
Een veenbrug is een houten constructie waardoor de draagkracht van het oppervalk wordt vergroot en men ook in slechte perioden een begaanbaar pad ter beschikking heeft. Gezien echter de groei van het veenpakket (met name veenmos) zal zo'n veenweg na verloop van tijd door het veen overwoekerd worden, maar daardoor zal de weg van de lucht worden afgesloten en niet verrotten.
Om zo'n weg aan te leggen, moest men heel vaak de ondergrond egaliseren. Vaak gebruikte men daarvoor takkenbossen. Om het draagvlak zo groot mogelijk te maken, wat het hoof doel was, heeft men meestal een fundering aangebracht. De breedte van de veenwegen was veelal tussen de 2.70 meter en 3 meter en daardoor breed genoeg, want uit onderzoek is gebleken dat de spoorbreedte van de wagens destijds nauwelijks meer dan 1 meter was. Planken en boomstammetjes werden naast elkaar gelegd op onderleggers, die in de lengterichting over het veen lagen. Soms waren er houten pennen verticaal tussen of door de planken en stammetjes geslagen om wegdrijven te voorkomen. Er is berekend dat voor de gehele weg ongeveer 50.000 stammen en planken nodig zijn geweest.
Een deel van dit hout is zeer goed bewaard gebleven in het veen, zodat men dit in de 19e eeuw weer ging gebruiken om er onder andere varkenshokken van te bouwen.

In welke tijd is de weg gebouwd?
Uit de datering is gebleken dat de weg uit ca. 350 jaar vóór Christus stamt en deze tot de prehistorische veenwegen behoort. Abusievelijk is gedacht dat het een Romeinse weg was, gelegd in de eerste vier eeuwen van de jaartelling. Dat blijkt niet te kloppen. De Romeinen hebben er niets mee te maken.

KlasensHendrikVeenbrug_3.jpg
Hoe is men op dit idee gekomen?
Een Romeins geschiedschrijver meldt dat in het jaar 15 na Christus een bevelhebber, na een niet succesvolle campagne in het gebied tussen Eems en Weser, de opdracht kreeg zich terug te trekken naar de Rijn over de pontes longi (lange bruggen). Hierbij zou het gaan om een voetpad dat eerder door een Romeins commandant was aangelegd.

Het is dus niet verwonderlijk dat men bij het vinden van de Valther veenweg dacht dat het om deze brug zou gaan. De later elders gevonden veenwegen werden aan de Romeinen toegeschreven, maar in de Zuidoosthoek van Drenthe, hebben de Romeinen aan de bouw part noch deel.
Pollenanalystisch onderzoek en met name radioactieve koolstofdatering zijn twee wetenschappelijke methoden van onderzoek die hebben leren inzien dat in het Neolithicum (jongere Steentijd) de eerste veenwegen voorkwamen. Die periode (Neolithicum) duurde in deze streken van ongeveer 4400 voor Chr. tot 2100 voor Chr. en toen leefde men voornamelijk van de landbouw en veeteelt. Op de jonge Steentijd volgde de Bronstijd (tot ± 750 voor Chr.) en daarna kwam de IJzertijd, die tot aan het begin van de jaartelling duurde. Onderzoek toont aan dat de meeste veenwegen zijn aangelegd in de Bronstijd en IJzertijd, dus tussen 2100 voor Chr. tot het begin van de jaartelling. De Valtherweg wordt gedateerd tussen 500 en 200 voor Chr.

Waarom deze wegen?
Het doel van de veenwegen zal in de eerste plaats geweest zijn om deze als verkeersweg te gebruiken. Daarnaast wordt wel eens gesteld dat de mens uit die tijd offers bracht bij deze wegen in het veen. De vondsten wijzen inderdaad op deze plechtigheden die daar hebben plaatsgevonden.

Last edited: February 23, 2013, 11:35

Go To Top